Sanpress Inox G XL
Persfittingsysteem van roestvrij staal met roestvaststalen buizen
Bouwjaar (van): | 2/05/2006 |
Voor dit document gelden auteursrechten, meer informatie hierover kunt u vinden op viega.com/legal .
De informatie in deze handleiding is bestemd voor de volgende groepen personen:
Installateurs
Vloeibaar-gasinstallaties mogen alleen door vakkundige bedrijven worden geïnstalleerd, onderhouden of gewijzigd die over de hiervoor noodzakelijke deskundigheid en ervaring beschikken.
Personen die niet over de opleiding resp. de kwalificatie beschikken, is de montage, installatie en evt. het onderhoud van dit product niet toegestaan. Deze beperking geldt niet voor eventuele aanwijzingen voor de bediening.
Bij de installatie van Viega producten moeten de algemeen erkende regels van de techniek en de Viega gebruiksaanwijzingen in acht worden genomen.
Waarschuwings- en aanwijzingsteksten zijn afgezet tegen de andere tekst en extra gemarkeerd met bijbehorende pictogrammen.
Dit symbool waarschuwt voor mogelijk levensgevaarlijk letsel.
Dit symbool waarschuwt voor mogelijk ernstig letsel.
Dit symbool waarschuwt voor mogelijk letsel.
Dit symbool waarschuwt voor mogelijke materiële schade.
Aanvullende aanwijzingen en tips.
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over product resp. systeemkeuze, montage en inbedrijfstelling, alsmede over het beoogd gebruik en zo nodig over onderhoudsmaatregelen. Deze informatie over producten, hun eigenschappen en technische handleiding ervan is gebaseerd op de momenteel geldende normen in Europa (bijv. EN) en/of in Duitsland (bijv. DIN/DVGW).
Sommige passages in de tekst kunnen verwijzen naar technische voorschriften in Europa/Duitsland. Deze voorschriften moeten voor andere landen als adviezen gelden, als daar geen overeenkomstige nationale eisen bestaan. De overeenkomstige nationale wetten, standaards, voorschriften, normen en andere technische voorschriften hebben prioriteit boven de Duitse/Europese richtlijnen in deze handleiding: de hier beschreven informatie is niet bindend voor andere landen en gebieden en dienen, zoals gezegd, enkel als ondersteuning.
De hierna genoemde normen en regelgevingen gelden voor Duitsland resp. Europa. Nationale regelgevingen vindt u op de betreffende website van het land onder:
Frans: viega.be/normes
Vlaams: viega.be/normen
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | In Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Planning, uitvoering, wijziging en werking van gasinstallaties | DVGW-TRGI 2018 |
Gasinstallaties voor industriële, commerciële en procestechnische installaties | DVGW-Arbeitsblatt G 5614 |
Gasinstallaties voor industriële, commerciële en procestechnische installaties | DVGW-Arbeitsblatt G 462 |
Gasinstallaties voor industriële, commerciële en procestechnische installaties | DVGW-Arbeitsblatt G 459‑1 |
Gasinstallaties voor industriële, commerciële en procestechnische installaties | DVGW-Fachinformation Nr. 10 |
Planning, uitvoering, wijziging en werking van vloeibaar-gasinstallaties | DVFG-TRF 2012 |
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | In Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Geschiktheid voor gassen Vloeibaar gas in gasvormige toestand | DVGW-Arbeitsblatt G 260 |
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | In Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Roestvaststalen buizen met materiaalnummer 1.4401 | DIN EN 10088 |
Roestvaststalen buizen met materiaalnummer 1.4401 | DVGW-Arbeitsblatt GW 541 |
Regels van de bevestigingstechniek voor gasinstallatie | DVGW-TRGI 2018, punt 5.3.7 |
Regels van de bevestigingstechniek voor gasinstallatie | DVFG-TRF 2012, punt 7.3.6 |
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | In Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Corrosiebescherming (achteraf) voor ingraafwerk | DIN 30672 |
Corrosiebescherming voor buitenleidingen | DVGW-TRGI 2018, punt 5.2.7.1 |
Corrosiebescherming voor binnenleidingen | DVGW-TRGI 2018, punt 5.2.7.2 |
Corrosiebeschermende maatregelen voor buitenleidingen | DVFG-TRF 2012, punt 7.2.7.1 |
Corrosiebescherming voor binnenleidingen | DVFG-TRF 2012, punt 7.2.7.2 |
Bovenaards geïnstalleerde buisleidingen in uitsparingen in ruwe vloer of egalisatielaag | DVGW-TRGI 2008, punt 5.3.7.8.4 |
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | In Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Eisen aan de opslag van materiaal | DIN EN 806‑4, hoofdstuk 4.2 |
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | In Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Algemene montageregels voor gasinstallaties | DVGW-TRGI 2018, punt 5.3.7 |
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | In Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Dichtheidscontrole voor gasinstallaties | DVGW-TRGI 2018, punt 5.6 |
Controle en eerste ingebruikname van een vloeibaar-gasinstallatie | DVFG-TRF 2012, punt 8 |
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | In Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Waarborgen en behouden van de bedrijfszekere toestand van gasinstallaties | DVGW-TRGI 2018, bijlage 5c |
Stem het gebruik van het systeem voor andere dan de beschreven toepassingen en media met de Viega Technical Support af.
Deze kan o.m. op de volgende gebieden worden gebruikt:
Gasinstallaties, zie hiervoor Regelgeving uit de paragraaf: toepassingen
Overeenkomstig de geldende normen en regelgevingen, zie hiervoor Regelgeving uit de paragraaf: toepassingen .
Vloeibaar-gasinstallaties, zie hiervoor Regelgeving uit de paragraaf: toepassingen .
Overeenkomstig de geldende normen en regelgevingen, zie hiervoor Regelgeving uit de paragraaf: toepassingen .
Persluchtinstallaties
Het gebruik is in de hierna beschreven gasinstallaties mogelijk:
Gasinstallaties
Lagedrukbereik ≤ 100 hPa (100 mbar)
Gemiddeld drukgebied van 100 hPa (100 mbar) t/m 0,1 MPa (1 bar)
Industriële, commerciële en procestechnische installaties met de overeenkomstige DVGW-bepalingen en technische regels
Vloeibaar-gasinstallaties
met vloeibaargastank in het gemiddelde drukbereik na het drukregelventiel, 1e stand op vloeibaargastank > 100 hPa (100 mbar) tot een toelaatbare bedrijfsdruk van 0,5 MPa (5 bar)
met vloeibaargastank in lagedrukbereik ≤ 100 hPa (100 mbar) na het drukregelventiel, 2e stand
met drukvat voor vloeibaar gas (vloeibaar-gasflessen) < 16 kg
na het drukregelventiel voor kleine flessen
met vloeibaargastank (vloeibaar-gasflessen) ≥ 16 kg
na het drukregelventiel voor grote flessen
Het systeem is o.a. geschikt voor de volgende media:
Geldende richtlijnen, zie Regelgeving uit de paragraaf: media .
Gassen
Vloeibare gassen alleen in gasvormige toestand voor huishoudelijk en commercieel gebruik
Perslucht
Het buisleidingssysteem bestaat uit persfittingen in verbinding met roestvaststalen buizen en het bijbehorende persgereedschap.
De systeemcomponenten zijn beschikbaar in de volgende afmetingen: d 64,0 / 76,1 / 88,9 / 108,0.
Er mogen uitsluitend 1.4401 Sanpress-roestvaststalen buizen of roestvaststalen buizen volgens de geldende richtlijnen met het materiaalnummer 1.4401 worden gebruikt, zie Regelgeving uit de paragraaf: buizen .
Van het beschreven systeem is de volgende buis verkrijgbaar:
Buistype |
---|
d |
Toepassingen |
Materiaalnr. |
PRE-waarde |
Buismarkering |
Beschermkap |
Roestvrijstalen buis 1.4401 |
---|
64,0 / 76,1 / 88,9 / 108,0 |
Drinkwater- en gasinstallaties1) |
1.4401 (X5CrNiMo 17‑12-2), met 2,3 % molybdeen voor verhoogde bestendigheid |
24,1 |
— |
Geel |
1) | Gasinstallaties alleen in verbinding met Sanpress Inox G XL- persfittingen |
d x s [mm] | Volume per meter buis[l/m] | Buisgewicht [kg/m] |
---|---|---|
64,0 x 2,0 | 2,83 | 3,04 |
76,1 x 2,0 | 4,08 | 3,70 |
88,9 x 2,0 | 5,66 | 4,34 |
108,0 x 2,0 | 8,49 | 5,30 |
Voor de bevestiging van de buizen alleen buisbeugels met chloridevrije geluidsisolerende voering gebruiken.
Neem de algemene regels van de bevestigingstechniek in acht:
Voor gasinstallaties, zie Regelgeving uit de paragraaf: buizen .
Bevestiging alleen aan componenten met voldoende stabiliteit.
Gasleidingen mogen niet aan andere buisleidingen worden bevestigd of als drager voor andere buisleidingen dienen.
In combinatie met niet-brandbare buisbeugels (bijv. metalen buisbeugels) kan het systeem met in de handel verkrijgbare kunststofpluggen worden bevestigd.
Voor gasleidingen moeten de volgende bevestigingsafstanden voor horizontaal geïnstalleerde buisleidingen worden aangehouden:
d [mm] | Bevestigingsafstand |
---|---|
64,0 | 4,00 |
76,1 | 4,25 |
88,9 | 4,75 |
108,0 | 5,00 |
Bij Sanpress Inox G XL-persfittingen bevinden zich een snijring, een scheidingsring en een dichting in de inkeping van de persfitting. Bij het persen snijdt de snijring in de buis en zorgt op die manier voor een krachtsluitende verbinding.
Bij de installatie en later bij het persen beschermt de scheidingsring de dichting tegen beschadigingen door de snijring.
Viega persfittingen beschikken over het SC‑Contur. Het SC‑Contur is een door de DVGW gecertificeerde veiligheidstechniek en zorgt ervoor dat de persfitting in ongeperste toestand gegarandeerd ondicht is. Per ongeluk niet geperste verbindingen vallen daarom op bij de dichtheidscontrole.
Viega garandeert dat niet-geperste verbindingen tijdens de dichtheidscontrole zichtbaar worden:
Bij de droge dichtheidscontrole in het drukbereik van 22 hPa–0,3 MPa (22 mbar–3,0 bar)
Toepassing |
---|
Bedrijfstemperatuur |
Bedrijfsdruk |
Gasinstallatie | Vloeibaar-gasinstallatie | Stookolie- en dieselbrandstofleidingen |
---|---|---|
-20 °C tot +70 °C | -20 °C tot +70 °C | ≤ 40 °C |
≤ 0,5 MPa (5 bar) (MOP 5) ≤ 0,5 MPa (5 bar) (HTB / GT5)1) | ≤ 0,5 MPa (5 bar) (MOP 5) ≤ 0,5 MPa (5 bar) (HTB / GT5)1) | ≤ 0,5 MPa (5 bar) |
1) | Bedrijfsdruk bij HTB-eis max. 0,5 MPa (5 bar) (GT5) |
De buismarkeringen bevatten belangrijke gegevens over de materiaalgesteldheid en de vervaardiging van de buizen. De betekenis ervan is als volgt:
Fabrikant
Systeemnaam
Buismateriaal
Goedkeuringen en certificeringen
Leidingdiameter
Kenmerk leverancier
Productiedatum
Chargenummer
CE-markering
DOP en DOP-nummer
Productienorm
De persfittingen zijn als volgt gekenmerkt:
Gele rechthoek voor gas
Gas voor gasleidingen
MOP5 voor maximale bedrijfsdruk 0,5 MPa (5 bar)
GT5 voor maximale bedrijfsdruk bij HTB-eis 0,5 MPa (5 bar)
DVGW
SVGW
Afhankelijk van de toepassing moet rekening worden gehouden met maatregelen voor corrosiebescherming. Er wordt onderscheid gemaakt tussen buitenleidingen (in de aarde of open geïnstalleerde buitenleidingen) en binnenleidingen.
Voor informatie over de toepassingen, zie ook Toepassingen .
Bij de corrosiebescherming moeten de geldende richtlijnen in acht worden genomen, zie Regelgeving uit de paragraaf: corrosie .
Voor open geïnstalleerde leidingen en armaturen in ruimtes is normaal gesproken geen uitwendige corrosiebescherming nodig.
In de volgende gevallen bestaan uitzonderingen:
Er bestaat uitwendig contact met chloridehoudend materiaal.
Roestvrijstalen buizen mogen niet met chloridehoudende bouwstoffen of mortel in aanraking komen.
In agressieve omgeving
In uitsparingen binnen ruwe vloeren of de egalisatie-chape moeten ze worden behandeld als in de aarde geïnstalleerde buitenleidingen, zie Regelgeving uit de paragraaf: corrosie .
Bij het transport van buizen moet op het volgende worden gelet:
Buizen niet over laadranden trekken. Het oppervlak zou beschadigd kunnen worden.
Buizen bij het transport beveiligen. Door het wegglijden zouden de buizen kunnen buigen.
Beschermkappen aan de buiseinden niet beschadigen en pas direct voor de montage verwijderen. Beschadigde buiseinden mogen niet meer worden geperst.
Bij de opslag de eisen van de geldende richtlijnen in acht nemen, zie Regelgeving uit de paragraaf: opslag :
Componenten schoon en droog bewaren.
Componenten niet direct op de vloer opslaan.
Minstens drie oplegpunten creëren voor het opslaan van buizen.
Verschillende buismaten indien mogelijk gescheiden bewaren.
Wanneer de gescheiden opslag niet mogelijk is, kleine maten op grote maten opslaan.
Het oppervlak alleen met reinigingsmiddelen voor roestvast staal reinigen.
Om contactcorrosie te vermijden buizen van verschillende materialen gescheiden opslaan.
Door transport en opslag kunnen systeemcomponenten evt. worden beschadigd.
Alle onderdelen controleren.
Beschadigde componenten vervangen.
Beschadigde componenten niet repareren.
Vervuilde componenten mogen niet worden geïnstalleerd.
Actieve en eventueel passieve beschermingsmaatregelen zijn noodzakelijk om een gasinstallatie tegen ingrepen van onbevoegden te beschermen. zie Regelgeving uit de paragraaf: montageaanwijzingen .
Actieve beschermingsmaatregelen moeten principieel worden toegepast.
Passieve beschermingsmaatregelen moeten afhankelijk van de installatie worden geselecteerd en toegepast.
Voor de installatie van gasleidingen gelden o.a. de volgende voorwaarden:
Gasleidingen open liggend met afstand tot de bouwstructuur, ingebouwd zonder holle ruimten of in geventileerde kanalen/schachten installeren.
Gasleidingen met bedrijfsdrukken > 100 hPa (100 mbar) niet bepleisteren.
Gasleidingen zodanig rangschikken dat vocht en druppel- en condens van andere buisleidingen en componenten er niet op kunnen inwerken.
Gasleidingen niet in chape installeren.
Afsluitvoorzieningen en losmaakbare verbindingen moeten gemakkelijk toegankelijk zijn.
Eisen aan bepleisterde installaties:
Spanningvrij leggen.
Corrosiebescherming aanbrengen.
Geen losmaakbare verbindingen (schroefverbindingen) gebruiken.
Doorlopende gasleidingen zonder verbindingen mogen voor de aansluiting van een gasapparaat of een gasstekkeraansluiting, in holle ruimten (voorwandconstructies) worden gelegd.
Een ventilatie is niet vereist.
d |
---|
a [mm] |
b [mm] |
64,0 | 76,1 | 88,9 | 108,0 |
---|---|---|---|
110 | 110 | 120 | 135 |
185 | 185 | 200 | 215 |
d |
---|
a [mm] |
b [mm] |
c [mm] |
64,0 | 76,1 | 88,9 | 108,0 |
---|---|---|---|
110 | 110 | 120 | 135 |
185 | 185 | 200 | 215 |
130 | 130 | 140 | 155 |
d |
---|
Minimumafstand amin [mm] |
64,0–108,0 |
---|
20 |
Ondichte persverbindingen door te korte buizen!
Wanneer twee persfittingen op een buis zonder afstand tegen elkaar worden geplaatst, mag de buis niet te kort zijn. Wanneer de buis bij het persen niet tot de geplande insteekdiepte in de persfitting steekt, kan de verbinding ondicht worden.
d |
---|
Minimumafstand a [mm] |
64,0–108,0 |
---|
15 |
De Z-maten vindt u op de overeenkomstige productpagina in de online-catalogus.
Voor het vervaardigen van een persverbinding is het volgende gereedschap nodig:
Buizensnijder of metaalzaag met fijne tanden
Ontbramer en kleurpotlood voor het aftekenen
Persmachine met constante perskracht van 32 kN
Persring met bijbehorende scharniertrekklauw, passend bij de buisdiameter en met geschikt profiel
Voor het persen adviseert Viega het gebruik van Viega systeemgereedschap.
Dit Viega systeempersgereedschap is speciaal ontwikkeld voor de verwerking van Viega persfittingsystemen en hierop afgestemd.
Ondichte persverbindingen door beschadigd materiaal!
Door beschadigde buizen of dichtingen kunnen persverbindingen ondicht worden.
Let op de volgende aanwijzingen om beschadigingen aan buizen en dichtingen te voorkomen:
Gebruik voor het inkorten geen slijpschijven (haakse slijper) of snijbranders.
Gebruik geen vetten en oliën (bijv. snijolie).
Voor informatie over gereedschap, zie ook Noodzakelijk gereedschap .
De buis met een buissnijder of een metaalzaag met fijne tanden doorzagen.
Daarbij groeven op het buisoppervlak voorkomen.
De buiseinden moeten na het inkorten aan binnen- en buitenkant zorgvuldig worden ontbraamd.
Door het ontbramen wordt vermeden dat de dichting wordt beschadigd of de persfitting bij de montage kantelt. Viega adviseert een ontbramer te gebruiken (model 2292.4XL).
Beschadiging door verkeerd gereedschap!
Gebruik geen slijpschijven en dergelijk gereedschap voor het ontbramen. De buizen kunnen daardoor worden beschadigd.
De buis in de bankschroef spannen.
Bij het inspannen minstens 100 mm afstand (a) tot het buiseinde aanhouden.
De buiseinden mogen niet worden verbogen of beschadigd.
De buis van binnen en buiten ontbramen.
Vereisten:
Het buiseinde is niet verbogen of beschadigd.
De buis is ontbraamd.
In de persfitting bevindt zich de juiste dichting.
HNBR = geel
Dichting, scheidingsring en snijring zijn onbeschadigd.
Dichting, scheidingsring en snijring bevinden zich volledig in de inkeping.
De insteekdiepte in het verbindingsstuk meten.
d [mm] | Insteekdiepte [mm] |
---|---|
64,0 | 43 |
76,1 | 50 |
88,9 | 50 |
108,0 | 65 |
De insteekdiepte meten en op de buis aftekenen.
De persfitting tot de gemarkeerde insteekdiepte op de buis schuiven. De persfitting niet kantelen.
Scharniertrekklauw op de persmachine steken en de bevestigingsbout erin schuiven totdat deze vastklikt.
Neem de handleiding van het persgereedschap in acht.
De persring op de persfitting plaatsen. De persring moet de buitenste ring van de persfitting volledig bedekken.
De scharniertrekklauw openen.
De scharniertrekklauw in de opnames van de persring met bevestigingsbout vergrendelen.
De persing uitvoeren.
De scharniertrekklauw openen en de persring verwijderen.
De controlelip verwijderen.
De verbinding is als geperst gemarkeerd.
Vóór de ingebruikname moet de installateur een dichtheidscontrole uitvoeren.
Deze controle op de voltooide, maar nog niet afgedekte installatie uitvoeren.
De geldende richtlijnen in acht nemen, zie Regelgeving uit de paragraaf: dichtheidscontrole .
Het resultaat documenteren.
Gasinstallaties moeten één maal per jaar een visuele controle ondergaan, bijv. door de exploitant.
Werking en dichtheid moeten iedere twaalf jaar door een contractueel installatiebedrijf worden gecontroleerd.
Om de bedrijfszekere toestand te waarborgen en te behouden, moeten de gasinstallaties volgens de voorschriften worden toegepast en in stand worden gehouden, zie Regelgeving uit de paragraaf: onderhoud .
Product en verpakking scheiden in de verschillende materiaalgroepen (bijv. papier, metalen, kunststoffen of non-ferrometalen) en volgens de nationaal geldende wetgeving afvoeren.