Advantix-badkamerafvoer basislichaam
Bouwjaar (van): | 1/01/2003 |
Voor dit document gelden auteursrechten, meer informatie hierover kunt u vinden op viega.com/legal .
De informatie in deze handleiding is bestemd voor de volgende groepen personen:
Verwarmings- en sanitairinstallateurs resp. voor geïnstrueerd vakpersoneel
Tegelzetters
Eindverbruikers
Voor personen die niet over de opleiding resp. de kwalificatie beschikken, is de montage, installatie en eventueel het onderhoud van dit product niet toegestaan. Deze beperking geldt niet voor eventuele aanwijzingen voor de bediening.
Bij de installatie van Viega producten moeten de algemeen erkende regels van de techniek en de Viega gebruiksaanwijzingen in acht worden genomen.
Waarschuwings- en aanwijzingsteksten zijn afgezet tegen de andere tekst en extra gemarkeerd met bijbehorende pictogrammen.
Dit symbool waarschuwt voor mogelijk levensgevaarlijk letsel.
Dit symbool waarschuwt voor mogelijk ernstig letsel.
Dit symbool waarschuwt voor mogelijk letsel.
Dit symbool waarschuwt voor mogelijke materiële schade.
Aanvullende aanwijzingen en tips.
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over product resp. systeemkeuze, montage en inbedrijfstelling, alsmede over het beoogd gebruik en zo nodig over onderhoudsmaatregelen. Deze informatie over producten, hun eigenschappen en technische handleiding ervan is gebaseerd op de momenteel geldende normen in Europa (bijv. EN) en/of in Duitsland (bijv. DIN/DVGW).
Sommige passages in de tekst kunnen verwijzen naar technische voorschriften in Europa/Duitsland. Deze voorschriften moeten voor andere landen als adviezen gelden, als daar geen overeenkomstige nationale eisen bestaan. De overeenkomstige nationale wetten, standaards, voorschriften, normen en andere technische voorschriften hebben prioriteit boven de Duitse/Europese richtlijnen in deze handleiding: de hier beschreven informatie is niet bindend voor andere landen en gebieden en dienen, zoals gezegd, enkel als ondersteuning.
De hierna genoemde normen en regelgevingen gelden voor Duitsland resp. Europa. Nationale regelgevingen vindt u op de betreffende website van het land onder:
Frans: viega.be/normes
Vlaams: viega.be/normen
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | Voor Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Belastingsklasse van de ondergrond en geschikte combinatieafdichting | ZDB-Merkblatt 8/2012 |
Belastingsklasse van de ondergrond en geschikte combinatieafdichting | Leitfaden zur Abdichtung im Verbund (AIV) |
Toegelaten combinatieafdichtingen met bruikbaarheidsbewijs voor belastingsklassen A en AO | ETAG 022 T1 |
Toegelaten combinatieafdichtingen met bruikbaarheidsbewijs voor belastingsklassen A, B en C | DIBt-Bauregelliste A, Teil 2 des DIBt und Prüfgrundsätze für Abdichtungen im Verbund (PG AIV-F) |
Toegelaten combinatieafdichtingen | EN 14891 |
Afdichting van binnenruimtes | DIN18534 |
Geldigheidsgebied / Aanwijzing | Voor Duitsland geldende regelgeving |
---|---|
Huishoudelijk afvalwater | DIN 1986‑3 |
Gegevens conform DIN EN 1253, tabel 7
fabrikant | Viega Holding GmbH & Co.KG |
Markering van fabrikant | |
Overeenstemmingsmerkteken | |
Adres | Viega Technology GmbH & Co.KG |
Toepasselijke norm | DIN EN 1253‑1 |
DN | 50 |
Productklasse met betrekking tot het temperatuurgedrag | A |
De afvoer is geconstrueerd voor kleine tot gemiddelde waterhoeveelheden zoals deze bijv. voorkomen in de particuliere woningbouw.
Technische informatie, zie Technische gegevens .
De afvoer met verticaal afvoerstuk is geschikt voor de inbouw in kernboringen en kan ook bij lage vloeropbouwhoogtes van 20 mm t/m 105 mm worden toegepast.
De afvoer is in continu gebruik bestemd voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater, zie Regelgeving uit de paragraaf: media .
De temperatuur van het afvalwater mag kortdurend tot 95 °C bedragen. Bij continu gebruik moet de temperatuur er duidelijk onder liggen.
De pH-waarde moet groter zijn dan 4 en kleiner zijn dan 10.
Het inbrengen van afvalwater dat het productmateriaal kan beschadigen, is niet toegestaan.
Afvoercapaciteit bij een stuwhoogte van 10 mm boven het rooster: 0,7 l/s
Afvoercapaciteit bij een stuwhoogte van 20 mm boven het rooster: 0,9 l/s
De waarden zijn afhankelijk van de totale hoogte van het sifonlichaam.
Nominale diameter [DN] (afvoerstuk) Nennweite [DN]Ablaufstutzen | 50 |
Afvoercapaciteit | |
Afmetingen en inbouwhoogte | |
Waterslothoogte Sperrwasserhöhe | 50 mm |
Belastingklasse Belastungsklasse | is in overeenstemming met de belastingklasse van het gebruikte opzetstuk |
De montage van de afvoer in een ruwe betonvloer ziet er als volgt uit:
De afvoer wordt via een afvoerbuis (bijv. een kernboring) in de plafonddoorvoer geplaatst.
De uitvoering van een vloeruitsparing moet in elk geval met de volgende personen worden afgestemd:
een staticus
de ter plaatse werkzame deskundige voor de brandbeveiliging of de projectleider brandbeveiliging
Eventueel moet een geschiktheidsverklaring van de bouwinspectie resp. een expertise aanwezig zijn.
De afvoer kan zowel conventioneel als ook door een combinatieafdichting worden afgedicht.
Afhankelijk van de soort afdichting heeft u een overeenkomstige afwerkset nodig Vereiste toebehoren .
De flens van de afvoer is bestemd voor de conventionele afdichting. Om de afvoer conventioneel af te dichten, heeft u een geschikte afdichtingsmanchet nodig evenals een klemring waarmee de manchet is bevestigd Vereiste toebehoren .
Niet geschikt bij douches op vloerniveau
De conventionele afdichting is niet aan te bevelen voor douches op vloerniveau omdat er vocht in de chape en de isolatielaag kan binnendringen.
Bij douches op vloerniveau moet de combinatieafdichting worden gebruikt.
Principe
De conventionele afdichting vindt plaats met afdichtingsmanchetten van bitumen of EPDM. De afdichtingsmanchetten worden direct op het ruwe beton of op de isolatie gelegd. Deze procedure is bijzonder geschikt gebleken voor het afdichten van balkons, terrassen, bodemplaten en keldervloeren. Bovendien worden afdichtingsmanchetten vaak als extra tweede afdichtingslaag onder een combinatieafdichting gelegd.
Voor de inbouw van een afvoer met conventionele afdichting zijn de volgende componenten nodig:
Afvoer
Klemring met afdichtingsmanchet voor EPDM- en bitumen-afdichtingsbanen
Verwerkingsinformatie
De afdichtingsmanchet heeft aan beide kanten een verschillende laag: EPDM / bitumen
De afdichtingsmanchet op de afvoer plaatsen en met de flens bevestigen. Het hangt af van de gebruikte afdichtingsmanchet welke materiaallaag van de afdichtingsmanchet naar boven wordt gelegd. Informatie hierover vindt u in de montagehandleiding van de afdichtingsflens.
Ter bescherming tegen het doortrekken van vocht vloeibaar te verwerken afdichtingsfolie direct onder de tegels op de chape en de wanden aanbrengen. De bepaling van de belastingsklasse en de ondergrond evenals de keuze van de geschikte combinatieafdichting moet worden uitgevoerd overeenkomstig de geldende normen en regelgeving, zie: Regelgeving uit de paragraaf: afdichting .
De combinatieafdichting kan met behulp van een geschikt opzetelement worden uitgevoerd. U kunt zowel tweevoudig met een conventionele en een combinatieafdichting afdichten als met een enkele combinatieafdichting.
Voor de vakkundige afdichting is een zorgvuldige planning vereist. Hiervoor moet afhankelijk van de desbetreffende vochtbelastingsklasse en de soort ondergrond een geschikte vliesafdichting met bruikbaarheidsbewijs overeenkomstig de bouwregellijst worden geselecteerd.
Verder moet rekening worden gehouden met de volgende factoren:
De afvoer of de douchegoot moet met een speciale flens zijn uitgerust, die over een kleefbaar oppervlak en een breedte van min. 50 mm beschikt.
Voor de overbrugging van de materiaalwissel tussen afvoer en chape, ofwel een passende afdichtingsmanchet gebruiken, ofwel een afdichtingsband dat vooraf is geprepareerd voor de overlapping met de combinatieafdichting met een breedte van min. 50 mm.
De chape moet minimaal aflopend met 1–2 % worden uitgevoerd.
De inbouw moet vakkundig conform de montagehandleidingen en de gegevens van de fabrikant plaatsvinden.
In combinatie met geschikte afvoeren mogen alleen toegelaten combinatieafdichtingen met bruikbaarheidsbewijs overeenkomstig de bouwregellijst worden gebruikt. Zie Regelgeving uit de paragraaf: afdichting .
Verwerkingsinformatie vindt u in de handleidingen voor het desbetreffende product.
Voor de volledige montage van de afvoer moet apart een opzetstuk worden aangeschaft.
Advantix-opzetstukken zijn in talrijke maten en varianten beschikbaar. U kunt ook alleen een Advantix-opzetkader kopen en dan een passend designrooster apart kopen (zie catalogus).
Om vuil op te vangen kan de afvoer van een zeefinzetstuk (model 4958) worden voorzien.
Wanneer een conventionele afdichting moet worden uitgevoerd, zijn een passende afdichtingsmanchet en een klemring nodig.
Een overeenkomstige set vindt u in de catalogus (model 4948.31).
Wanneer er een combinatieafdichting moet worden uitgevoerd, is een passend opzetelement met afdichtingsmanchet nodig.
Een overeenkomstige set vindt u in de catalogus (model 4925).
Advantix-afvoeren kunnen met een extra geurafsluiting worden uitgerust, die de afvoer ook dan geurveilig afsluit wanneer het stuwwater in de sifon is opgedroogd. Geuroverlast wordt op die manier ook bij zelden gebruikte afvoeren voorkomen. Geurafsluitingen vindt u in de catalogus.
Voor de montage:
Controleer of de afvoercapaciteit van de geselecteerde afvoer voldoende is voor de optredende waterhoeveelheid Afvoercapaciteit .
Controleer of de inbouwhoogte van de afvoer bij de hoogte van de geplande vloeropbouw past.
Zorg ervoor dat de benodigde aansluitleiding met de noodzakelijke helling tot de geplande inbouwplaats werd geïnstalleerd.
Zet evt. noodzakelijke toebehoren klaar Vereiste toebehoren .
Tijdens de montage:
Neem de inbouwmaten in acht.
Beslis of een terugloopdichting in het insteekgedeelte van het opzetstuk nodig is.
Na de montage:
Onder het volledige oppervlak van de flens van de afvoer moet mortel worden aangebracht.
Evt. afdichtingsmanchet, klemring, passende schroeven
Opzetstuk met rooster indien niet meegeleverd Overzicht
Evt. opzetelement voor combinatieafdichting model 4925
Materiaal voor de bevestiging van de afvoer
Voor het aanbrengen van de afvoer in de vloeropbouw moet de aansluiting aan het afvoersysteem plaatsvinden. Ga hiervoor als volgt te werk:
Vereisten:
Voor de aansluiting aan het afvoersysteem ligt er al een buis tot de geplande afvoerpositie.
De afvoerbuis heeft een inwendige afdichtlip.
Afvoerstuk volledig in de afvoerbuis steken.
Om de afvoer vakkundig in de vloeropbouw te integreren, moeten enkele punten in acht worden genomen. Ga daarom als volgt te werk om de afvoer voor de volgende werkzaamheden voor te bereiden:
Vereisten:
De afvoer is aangesloten.
Afvoer in de gewenste hoogte bij de toepassingslocatie plaatsen. Het is belangrijk dat de bovenkant van de afvoerflens vlak afsluit met de bovenkant van de afdichtingslaag. Eventueel de afvoer met geschikt materiaal verhogen of dieper in de aanwezige vloer verzinken.
Afvoer met een waterpas horizontaal uitlijnen.
Afvoer zodanig bevestigen dat deze bij de werkzaamheden van de navolgende bedrijven niet kan verschuiven.
Vooral moet het opdrijven van de afvoer worden voorkomen wanneer deze met beton of chape moet worden ingegoten.
Gele beschermstop plaatsen.
Productschade door onvakkundige inbouw
Wanneer er bij het opvullen onder de afvoer holle ruimtes worden gevormd, kunnen er bij belasting lekkages optreden.
Informeer de navolgende bedrijven erover dat het gehele oppervlak onder de afvoer moet worden opgevuld en dat daarbij geen holle ruimtes mogen ontstaan.
Productschade door onvakkundige inbouw
Wanneer er bij het opvullen onder de afvoer holle ruimtes worden gevormd, kunnen er bij belasting lekkages optreden.
Controleer de vakkundige uitvoering van de navolgende bedrijven.
Chape en vloertegels moeten met een helling van 1‑2% in de richting van de afvoer worden gelegd.
Vereisten:
Een geschikte afdichtingsmanchet en een klemring zijn aanwezig.
De flens is vrij van zware vervuiling.
Het gehele oppervlak onder de flens is opgevuld met materiaal en de flens is onbeschadigd.
Indien nodig de flens van zware vervuiling (bijv. vervuiling door chape) reinigen.
Dichtring plaatsen.
De dichtring moet in de kerf tussen flens en schroefgaten liggen.
De Viega-afdichtingsmanchet heeft twee verschillend gecoate zijden. Een kant is met bitumen en een kant is met EPDM gecoat. Wanneer de verdere afdichting met bitumen-afdichtingsbanen gebeurt, moet de afdichtingsmanchet met de bitumenzijde omhoog worden gebruikt. Wanneer er EPDM-afdichtingsbanen worden gebruikt, moet de EPDM-zijde naar boven wijzen.
Afdichtingsmanchet op de afvoer richten.
Door de uitsparingen moeten de schroefgaten zichtbaar zijn.
Afdichtingsflens zodanig op de afdichtingsmanchet richten dat de schroefgaten zichtbaar zijn.
Afdichtingsflens stevig aan de afvoer vastschroeven.
De bevestigingsschroeven van de klemring mogen alleen in de schroefgaten van de afvoer worden gedraaid.
De afvoer is afgedicht en de resterende afdichtingsmanchetten kunnen worden gelegd.
Vereisten:
De flens is vrij van zware vervuiling.
Het gehele oppervlak onder de flens is opgevuld met materiaal en de flens is onbeschadigd.
Beschermfolie verwijderen.
De combinatieafdichting op de droge chape aanbrengen en tot aan de binnenste rand van het flensvlies smeren.
Gebruiksinstructies van de fabrikant van de combinatieafdichting in acht nemen.
Afdichtingsmanchet in de combinatieafdichting leggen.
Tweede laag combinatieafdichting op de afdichtingsmanchet en evt. op de bodem aanbrengen.
Om de montage van de afvoer af te ronden, moet het opzetstuk met het rooster worden gemonteerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
Hoogte van de vloeropbouw van de rand in het binnenste van de afvoer tot de bovenkant van de tegels bepalen.
Gemeten hoogte beginnend vanaf de bovenkant van het frame overzetten op het opzetstuk.
Opzetstuk op de afgetekende hoogte afzagen.
Indien noodzakelijk de terugloopdichting in de onderste groef van het opzetstuk leggen.
De terugloopdichting moet worden geplaatst wanneer er van buiten het opzetstuk geen vocht in de afvoer mag lopen, er van onderen echter water in de afvoer zou kunnen drukken.
In het algemeen wordt er geen terugloopdichting gemonteerd zodat water dat in het framegebied voorkomt (bijv. door een ondichte siliconennaad) kan wegstromen.
In de volgende gevallen wordt een terugloopdichting gemonteerd:
Bij het gevaar van terugstromend water dat in de chape kan binnendringen.
Bij de montage van een opzetelement voor de combinatieafdichting (zie gebruiksaanwijzing van het opzetelement).
Gele beschermstop verwijderen.
Opzetstuk in de afvoer plaatsen en uitlijnen op basis van de tegels.
Opzetstuk in de chape resp. de vloerbedekking verwerken.
Voor het regelmatige onderhoud en ter voorkoming van kalkvlekken op rooster en frame normale zeep of een mild reinigingsmiddel gebruiken. Geen schuurmiddelen of krassende voorwerpen gebruiken.
Grove verontreinigingen ook in de omgeving van het sifonlichaam en de sifon, kunnen met huishoudreiniger worden verwijderd. Het reinigingsmiddel na de voorgeschreven inwerkduur zeer grondig met water afspoelen. Er mogen geen resten op de componenten achterblijven.
Wij adviseren om voor de reiniging een mild reinigingsmiddel, een doek en een afwasborstel te gebruiken.
Rooster verwijderen en reinigen.
Sifon verwijderen en reinigen.
Afvoer reinigen
Sifon weer plaatsen.
Rooster weer plaatsen.
Product en verpakking scheiden in de verschillende materiaalgroepen (bijv. papier, metalen, kunststoffen of non-ferrometalen) en volgens de nationaal geldende wetgeving afvoeren.